Aeneas brengt offer aan de goden van de lagere wereld


Deze plaquette maakt deel uit van een serie waarvan de ontwerpen waren gebaseerd op de houtsnede-illustraties van een uitgave van Vergilius, "Opera, " onder redactie van Sebastian Brant en gedrukt door Johann Grüninger in Straatsburg, 9 september 1502 (65e afbeelding, fol. 262). Dezelfde sneden verschenen in een uitgave die in 1517 in Lyon door Sacon werd uitgegeven.

De plaquette toont een scène uit de "Aeneis, " (NS, vv. 236-254). Om de opeenvolgende momenten van de scène te begrijpen, die in de voorstelling verward en soms verkeerd begrepen worden, het is onontbeerlijk om naar de tekst van Vergilius te verwijzen. Links is Avernus te zien, toegang tot de onderwereld, in de buurt van Cumae, in Campanië. "Er was een diepe grot, wijd en wijd geeuwen, shingly, en beschut door een donker meer en een bosachtige duisternis, waarover geen vliegende wezens veilig hun weg konden banen; zo'n damp van die zwarte kaken stroomde de overkoepelende hemel in [vandaar dat de Grieken spraken over Avernus de "vogelloze plaats"]. Hier eerst zette de priesteres [de Sibyl] in de rij vier vaarzen met donkere rug... de bovenste borstelharen tussen de hoorns plukkend, [zij] legt ze op het heilige vuur als eerste offer, hardop roepend naar Hecate... anderen zetten messen op de keel en vangen het warme bloed op in kommen. Aeneas zelf doodt met het zwaard een zwartgevlochten lam voor [Nacht en Terra]. Vervolgens, voor de Stygische koning [Pluto] wijdt hij 's nachts een altaar in ..."


kunst

kunst